Het verhaal achter de foto: De Doopsgezinde gemeente Borne

Een korte geschiedenis van De Doopsgezinde gemeente Borne.

Hoewel ik zelf katholiek ben is het toch interessant om wat te weten te komen over een ander geloof. Borne was immers rond 1500-1600 een doopsgezinde gemeente.

Het was de tijd van de tachtig jarige oorlog. Twente was nog Spaans. Protestanten werden vervolgd. Omstreeks 1600 waren er al doopsgezinden in Borne en omgeving die samen kwamen in een boerderij in Zenderen. Later werd er gebruik gemaakt van een schuur die stond op de hoek Ennerdijk en Brinkstraat. Nu de tuin van de kerk.

Er waren in die tijd verschillende richtingen onder de Doopsgezinden, niet alleen in Borne maar ook elders in het land. Ondanks de afstand en het moeizame vervoer was er toch contact tussen de gemeenten.

H.B. Hulshoff (geboren 1630) werd in 1690 benoemd tot “oudste” van de Doopgezinde gemeente Borne. Hij ondernam reizen naar de zustergemeenten om contact te onderhouden. Na 12 weken keerde hij terug naar Borne. Leden van de doopsgezinde woonden verdeeld, ook in Hengelo.

Wolter ten Cate, een doopsgezinde bewoner van Hengelo was een vooraanstaand man in handel en industrie. Hij was lid van de Bornse
doopsgezinde gemeente en niet die van Hengelo. Hij liet zich om de 14 dagen naar Borne rijden om daar te prediken. Later in 1736 werd hij door de gemeente Borne naast B.A. Hulshoff tot leraar gekozen.

Het was goed voor Borne dat ten Cate veel kon overlaten aan prediker J. Pol, winkelier en linnenreder. Pol hield zich aan strikte geloofsregels. Niet iedereen kon zich hierin vinden en het aantal doopsgezinde leden nam af of ze verlieten zelf de gemeente. Eind 18de eeuw werd er een begin gemaakt van een “lerarenfonds”. Om dit fonds te vullen werd er een vrijwillig bijdrage gevraagd. Zo werd de eerste gesalarieerde predikant aangesteld: DS. Van Cleef.

Sinds 1815 was de godsdienstvrijheid grondwettelijk vast gelegd. Men kon nu in alle openheid bijeenkomen en in 1824 werd naast de schuur een sober kerkgebouw opgericht. Ds. van Cleef werd na een aanstelling van 48 jaar opgevolgd door een reeks van vaak jonge predikanten voor wie Borne de eerste standplaats was.

Ds. Craandijk (1859-1862), had als bijnaam de wandelende dominee. Na Borne was hij jarenlang predikant in Rotterdam en Haarlem. De gemeente Borne liep niet voorop bij nieuwe ontwikkelingen. Nog lange tijd werd tijdens de diensten gezongen onder leiding van een voorzanger, pas in 1866 werd een draagbaar orgeltje in gebruik genomen. In 1884 bouwde de firma Haupt und Sohn een kerkorgel.

Het aantal leden was nooit erg groot maar een deel van hen was zichtbaar tot welstand gekomen. Men wilde dat ook wel laten blijken en zo werd in 1914 de oude, dorpse pastorie vervangen door een royale, eigentijdse woning voor de predikant. De dominee woonde nu op stand.

In 1940 deed de eerste vrouwelijke predikant haar intrede in Borne: ds. Leignes Bakhoven. Zo bood ze, tijdens de oorlog, een schuilplaats aan voor Joden en andere onderduikers Er deden zich moeilijke situaties voor, maar alles is goed afgelopen. Na de oorlog wilde ds. Leignes Bakhoven van eerbetoon niets weten.

Het bekostigen van een eigen predikant werd steeds bezwaarlijker. In 1960 gingen de Gemeenten Almelo en Borne een combinatie aan die gezamenlijk de predikant aanstelde. Als eerste betrof dat ds. S. Gosses (1960-1967), tevens de laatste predikant in Borne.

Eind jaren zestig is uitvoerig overlegd door alle Twentse gemeenten, om tot een fusie te komen. De tijd bleek er nog niet rijp voor. In 1983 was Borne in rep en roer. De kerk vatte vlam door een omgevallen looplamp en bestrijdingsmiddelen.

De veroorzaker kon nog juist ontsnappen en een enorme rookwolk alarmeerde de omwonenden. Die konden de inventaris naar buiten slepen nog voordat de brandweer het vuur kon smoren. Het dak was verwoest en er ontstond zware waterschade aan het interieur en orgel. Kerk en orgel waren inmiddels rijksmonumenten geworden. In de zomer van 1984 is met het herstel van kerk en orgel begonnen. Eind 1984 kon de kerk weer in gebruik worden genomen, met een gerestaureerd orgel en voorzien van centrale verwarming, mede door vrijwillige bijdragen van de leden

Toen Twente Oost het onderdak voor haar Hengelose diensten kwijtraakte, stelde Borne voor die voortaan gezamenlijk in Borne te houden. Kerk en inventaris werden in 2002 ondergebracht in “Stichting De Bornse Vermaning”, een zorg minder voor de gemeente en wellicht makkelijker met de andere gemeenten voor samenwerking. Die resulteerden in 2003 in een gemeenschappelijke dienst voor alle Twentse gemeenten op ieder eerste zondag van de maand. In 2005 werd ds. Koornstra van Almelo en Borne door de gemeenten gezamenlijke als full-time predikant beroepen. In Borne leek de fusie op uitvoeringsniveau trouwens al een feit, want er gebeurde eigenlijk niets meer waaraan niet ook de andere gemeenten deel aan hadden.

Bijbelkringen, kerkdiensten en gemeenteavonden, ze waren allemaal Twents en niet meer Borns. Geleidelijk werd het duidelijk: Almelo zou zelfstandig blijven, Borne en Twente-Oost gingen fuseren. En zo werd het op 31 december 2008 een feit. De fusie is in goede harmonie verlopen. Daarmee kwam een einde aan bijna 400 jaar Doopsgezinde Gemeente Borne. Maar de kerk aan de Ennekerdijk is nu het onderkomen van de Doopsgezinde Gemeente Twente Zuid-Oost en samen met de kerk in Almelo een thuis voor alle Twentse doopsgezinden.

Tekst: Marlene Wissink
Een productie van RTV Borne