Cursiefjes

Lees alle columns van Jan Stoop op www.borneinbeeld.nl.

Toen ik nog voor de later moedwillig omgebrachte Bornse Courant over de plaatselijke politiek schreef, was er op een dag – 1999 was voorbij, een nieuwe eeuw ging aan de slag – de onstuitbare aandrang om cursiefjes te schrijven: JSCursief, over dingen en mensen die voorbijgaan.

De eerste ging over wat ik nu maar een akkefietje noem tussen een vrouwelijke wethouder uit Haaksbergen en een Bornse mannelijke wethouder. Ze prent het hem goed in. Hier met dat (subsidie)geld! Een medewerker drie maanden te lang uitbetalen en ook nog eens een afscheidsetentje ad 200 Euro afrekenen…. Dat strookt niet met onze subsidievoorwaarden! Pats, een tik op de vingers.
Maak het een beetje, reageert de Bornse wethouder. Dit viel gewoon onder bedrijfsvoerings- en representatiekosten. ‘Etentje wethouder valt verkeerd’, kopt de regionale krant die met dit smakelijke verhaal aan de haal gaat.

Voor het eerste cursief haak ik in op de vorige zin. Het is zoals merels mijn gespit in de tuin volgen. Het bekkie krioelend vol. Ik lees de krant als ik even schoffel, schop, snoeimes en hark opzij leg en in een schraal zonnetje pauzeer. Rond het middaguur waait vanaf de begraafplaats ingetogen plechtige muziek mijn tuin in, als eerbetoon voor een dierbare overledene. Voor mij ligt een dood vogeltje. Piepklein. Het heeft geen tijd gehad om voorbij te gaan.

Slotzinnen dagen mij uit. Als ik schrijf over Jeroen Bosch. Over zijn De Marskramer die ‘op een slof en een oude schoen’ zijns weegs gaat naar… tja, naar wat?

Als ik schrijf dat op het Dorsetplein een zwarte hond naar omhoogschietende waterstralen springt en hapt. Het is één grote metafoor.
Als ik schrijf dat in Borne witte rozen het oorlogsmonument omarmen. Stilzwijgend veelzeggend.
Als ik schrijf dat blauwe, gele en rode poncho’s van de pinksterbruidjes voor even uit gaan, even voor één dansje, tot de barse donkere lucht zich weer opdringt.
Als ik schrijf dat ik op een bankje even de tijd neem om wat op te schrijven. Dat twee mannen een ordentelijke tapperij binnen stappen en ik, een bescheiden drankgelag vermoedend, weer verder voorbij ga.
Als ik schrijf dat de Duitse toneelschrijver, filosoof en dichter Friedrich von Schiller dit zei: “Wat is het toeval anders dan de ruwe steen, die tot leven komt onder de hand van de beeldhouwer?”

Jan Stoop, 27 april 2023

Kijk hier voor meer verhalen uit Borne

Meer over cultuur uit Borne

Volg het nieuws uit Borne