Lees alle columns van Jan Stoop op www.borneinbeeld.nl.
Hoe het ooit eens begon, schrijven voor de plaatselijke (week)courant? Antwoord: in het voorjaar van 1968. Voor De IJsselbode in Oudewater. Over het eerste heren- en damesteam van volleybalvereniging Jupiter.
En: met kleine lettertjes j.s. kreeg ik ook ruimte voor wat ik nu cursiefjes noem. Zoals deze Rookkolom.
Op weg naar huis, na een dag ontspanning onder de zon en te midden van geuren en kleuren en veel gekke mensen, ontdekte ik plotseling boven in volle bloei staande fruitbomen een recht omhoog wolkende kolom zwart- en geel grijze rook. Hierop afgaande en in de veronderstelling, dat er iets in brand stond, kwam ik in het naburige plaatsje M., waar inderdaad in een van zijn smalle straatjes brand was. Pardon, woedde, ondanks mijn geringe kennis op dit gebied, meende ik zelfs te kunnen constateren dat wat er woedde een uitslaande brand was. Tientallen mensen omzoomden de plaats waar de brand eerst was uitgebroken en nu woedde, daarmee uiting gevend aan hun drang naar- en gevoel voor sensatie, en een brand is nu eenmaal een aantrekkelijk schouwspel voor jong en oud.
Gretig golfden de vlammen van de vuurzee door de onbewoonbaar verklaarde en in dit geval ook werkelijk onbewoonde woning. Uiteraard was de plaatselijke brandweer na het kraaien van de rode haan vrijwillig uitgerukt en blij met dit zondagse karwei aan het blussen getogen. Voor het gemak en dicht bij een water stond een brandweerwagen op een paar honderd meter van het brandende perceel water te pompen. Een van de brandweerlieden had tot taak een verbinding te onderhouden tussen beide van elkaar afhankelijke objecten. Om de bevelen zo snel mogelijk door te geven deed hij dat per fiets.
Aan de voorzijde werd de brand aanvankelijk bestreden met twee onderdrukte stralen. Aan de achterzijde was de druk hoger en viel de meeste lol te beleven. De bewoner van het belendende perceel, wanneer er geen brand is de buurman genoemd, rekende het tot zijn plicht de brandweer terzijde te staan door aanwijzingen te geven. Hij had zijn hoofd buiten het zolderraampje gestoken, liet onder grote hilariteit van het publiek bijna het ruitje uit zijn handen glippen en schreeuwde onduidelijke bevelen.
Om de mensen nog meer te vermaken spoot één der spuitgasten zo nu en dan in de richting van de man op zolder, zodat deze aan de verzekering tenminste waterschade kon opgeven. Er werd trouwens over het algemeen met veel plezier gespoten, vooral op plaatsen waar het niet nodig was. En dat maakt een brand zo verrukkelijk voor publiek en acteurs en ik schrijf onder het genot van een rokende sigaret weer een kolommetje vol.
Overigens, roken doe ik al lang niet meer…
Jan Stoop, 4-7-2024
Kijk hier voor meer Verhalen uit Borne
Meer over cultuur uit Borne
Volg het nieuws uit Borne