Column 4 – “Aanvaarding”

De Bornse Marianne Webster heeft in maart 2018 haar enig kind, haar 18-jarige zoon Mike, verloren aan de meningokokbacterie. Naar aanleiding van deze heftige gebeurtenis heeft ze haar leven radicaal omgegooid, onder andere door vrijwilliger te worden in een hospice. In deze column vertelt ze wat haar heeft geraakt of welke nieuwe inzichten ze heeft gekregen, na de dood van haar kind.

De afgelopen vijftien maanden heb ik me zo vaak afgevraagd hoe een kerngezonde jongen, die nooit ziek was, binnen zeventien uur dood kon gaan aan een bacterie. Ze kunnen medisch gezien zo veel tegenwoordig en dan sterft hij aan een bacterie? Ook heb ik oneindig vaak de “waarom” vraag gesteld, maar ik heb er nooit een antwoord op gekregen. Het niet kunnen begrijpen waarom dit was gebeurd gaf zoveel psychische onrust, dat ik hele dagen met Mike en zijn dood bezig was in mijn hoofd. “Geen kind is zo aanwezig als het kind dat wordt gemist”. Dat zegt rouwdeskundige Manu Keirse, en zo ervaarde ik dat ook, zeker de eerste maanden.

Het leven ging ondertussen gewoon verder, maar voor mij voelde het meer alsof het leven met mij verder ging, terwijl ik nog steeds probeerde te begrijpen wat er allemaal gebeurd was. Je kunt je van tevoren niet voorstellen hoe het is om je meest dierbare “bezit” kwijt te raken, maar zelfs nu ik het meegemaakt heb, is het nog steeds “mindblowing” en niet te bevatten! Na al deze tijd heb ik nog steeds af en toe dat ik denk dat ik hem ergens zie lopen of dat hij ieder moment thuis kan komen. We waren laatst een paar dagen weg naar Limburg toen ik, al lopende naar het restaurant, in de gaten kreeg dat ik mijn mobiel vergeten was. Mijn eerste gedachte was: “Oh, ik moet even terug naar de hotelkamer om mijn mobiel te pakken, voor het geval Mike me appt!” Ongelofelijk toch dat ik dit na zoveel maanden nog steeds kan denken. Ik denk dat het verlies te groot is voor mijn hersenen om het helemaal te kunnen bevatten dat hij écht nooit meer terugkomt.

Zijn dood accepteren zal me wel nooit gaan lukken en dat wil ik eigenlijk ook niet eens, want dat voelt alsof ik het dan okay zou vinden. Maar ik begin beetje bij beetje wel te leren dat ik zal moeten aanvaarden dat het niet zo heeft mogen zijn. Daar zit voor mij een groot verschil tussen, tussen accepteren en aanvaarden. Hoe belangrijk dat stukje aanvaarding is, ben ik gaan inzien tijdens mijn vrijwilligerswerk bij het hospice. Door diepgaande gesprekken met verplegers en gasten besef ik me namelijk steeds meer wat het wel of niet aanvaarden van de naderende dood met mensen kan doen. Degenen die in staat zijn hun onvermijdelijke sterven te aanvaarden, vinden een soort van berusting, terwijl anderen blijven worstelen met de dood, tot het bittere eind. Hierdoor is aanvaarding van Mike’s dood voor mij een symbool geworden voor het krijgen van meer berusting. Een synoniem voor dat beetje meer zielsrust waar ik zo naar verlang en dat ik ook nodig heb om vooruit te komen in het leven. Het lastige is dat je niet vooruit kunt komen, als je steeds achterom blijft kijken. Maar ik wil in de achteruitkijkspiegel van mijn leven blijven kijken omdat mijn kind daar nog is, in het verleden, waar alle mooie herinneringen zijn gemaakt. Aanvaarding van Mike’s dood is dus makkelijker gezegd dan gedaan.

De ervaringen in het hospice laten mij ook zien dat voor iedereen, niemand uitgezonderd, geldt dat op het einde van het leven niets meer belangrijk is, behalve familie en vrienden. Ik ben zelf niet heel erg materialistisch ingesteld, maar over het algemeen is de mens een groot deel van zijn leven bezig met het streven naar meer. Betere baan, groter huis, dikkere auto onder de kont, etcetera. Maar arm of rijk, uiteindelijk eindigen we allemaal met niets, behalve (hopelijk) de liefde van familie en vrienden. Zo lag er een tijdje terug een man in het hospice die eigenaar was van een groot bedrijf met vele bezittingen. Maar op zijn sterfbed praatte hij geen enkele keer over wat hij allemaal bereikt had. Waar hij het wel over had was zijn familie, bijvoorbeeld hoe blij hij was dat zijn dochter ieder moment bij hem op bezoek zou komen. Hij straalde helemaal als hij het over zijn kinderen had. Prachtig om te zien, maar als ik heel eerlijk ben stak het ook wel een beetje, want het doet vreselijk veel pijn dat ik nooit meer stralend kan vertellen over mijn zoon die op bezoek zal komen. En dat geeft me ook wel een angstig eenzaam gevoel voor de toekomst, want wie komt er later bij mij op visite, mocht ik ooit in een verzorgingstehuis of hospice terecht komen? Maar ondanks mijn persoonlijke verdriet hierover, vind ik het wel heel mooi om te zien hoe waardevol liefde van familie en vrienden wordt in de laatste levensfase. 

En zo is de levenscirkel weer rond: je wordt geboren met niets, behalve de liefde van je familie en je gaat weer heen met alleen de liefde van familie en vrienden. Eigenlijk zouden we hier tijdens het leven veel vaker bij stil moeten staan, maar helaas maken mensen zich vaak druk om de verkeerde dingen, tot het te laat is! Ook ik heb me hier schuldig aan gemaakt en elke dag nog heb ik spijt dat ik Mike niet vaker heb gezegd hoeveel ik van hem hield en hoe trots ik op hem was als mens en op het feit dat hij mijn zoon was! Ik zou er alles voor over hebben, als ik hem dat nog één keer zou kunnen zeggen! 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *