Column 3 – “Verleden, heden en toekomst”

De Bornse Marianne Webster heeft in maart 2018 haar enig kind, haar 18-jarige zoon Mike, verloren aan de meningokokbacterie. Naar aanleiding van deze heftige gebeurtenis heeft ze haar leven radicaal omgegooid, onder andere door vrijwilliger te worden in een hospice. In deze column vertelt ze wat haar heeft geraakt of welke nieuwe inzichten ze heeft gekregen, na de dood van haar kind.

Moeder Teresa heeft ooit eens gezegd: “Gisteren is voorbij, morgen is nog niet gekomen, we hebben alleen vandaag!” Ik interpreteer dat als een wijze les dat we niet te veel stil moeten staan bij wat is geweest en bij wat wellicht nooit komen gaat, maar dat we meer in het hier en nu moeten leven en van elke dag het beste moeten proberen te maken.

Als mij, na Mike’s dood, één ding duidelijk is geworden, dan is dat wel dat niemand weet of er überhaupt wel een morgen komt. Ik heb nooit, geen enkele seconde, gedacht dat mijn zoon eerder zou komen te overlijden dan ik. En toch gebeurde dat. Dus moeder Teresa’s stukje over de onzekerheid wat betreft de toekomst snap ik helemaal. Maar aan het andere deel, namelijk zorgen dat het verleden en de toekomst het heden niet bepalen, is in de praktijk heel wat moeilijker te voldoen. Want de herinneringen uit het verleden is alles wat ik nu nog van Mike heb, dus klamp ik me elke dag weer aan die herinneringen vast. Door foto’s en video’s van hem te bekijken of door met mijn man nog vaak over hem te praten. Als mijn man en ik het ergens over hebben, dan komt er heel vaak de vergelijking met Mike of met het leven van toen hij er nog was. “Hoe lang is het wel niet geleden dat we dit voor het laatst gedaan hebben? “Oh, toen Mike er nog was”. Of “Lekker gekookt, Marianne, dit zou Mike ook heel lekker hebben gevonden!” Bijna alsof we geen antwoord kunnen geven, zonder hem er op de één of andere manier bij te betrekken. We halen dus vaak, geheel onbewust, het verleden erbij. Zo proberen we hem als het ware nog een beetje te laten “leven”.

Het is ruim 14 maanden geleden dat hij stierf, maar hij zit nog enorm “natuurlijk” in mijn leven verweven! Ik vraag me af of dit in de loop der jaren zal veranderen. Nu is nog bijna alles hetzelfde als toen hij er nog was, maar langzamerhand zullen er steeds meer “dingen”, die er in zijn tijd waren, verdwijnen. Van een nieuwe eettafel waar hij niet meer aan heeft gegeten tot aan een nieuwe kat, die hij nooit geknuffeld zal hebben. Ik vind het een naar en verdrietig idee, dat we zó langzaamaan verder zullen afdrijven van alles wat we samen met hem gedeeld hebben. Uiteindelijk zullen er (bijna) geen triggers meer over zijn, die me aan de mooie tijden met hem doen denken. En dan moet ik het letterlijk met alleen de mooie herinneringen in mijn hoofd doen. Omdat er geen nieuwe meer bijkomen, ben ik bang dat, als ik die herinneringen niet levend houd, ze als een naam geschreven in het zand steeds meer zullen vervagen. 

Naast positieve reminders zijn er helaas ook veel negatieve situaties uit het verleden, die me nog regelmatig achtervolgen. Dat zijn dan met name de gebeurtenissen rondom zijn sterfdag. Als ik bijvoorbeeld een ambulance zie of hoor, dan schieten mijn gedachten direct terug naar die fatale nacht, waarin hij en ik met de ambulance richting ziekenhuis reden. Dan zie ik weer zijn ogen, die me zo wanhopig aankeken en me smeekten hem te helpen. Maar ik wist ook niet wat er aan de hand was. Mijn hart breekt nu nog bij de gedachte dat ik hem, op het belangrijkste moment in zijn leven, niet kon helpen. Ik was er wel voor hem, daar in die ambulance, maar als moeder wil je je kind tegen alles beschermen en dat is me, juist toen hij mij het hardst nodig had, niet gelukt. Élke ambulance en élke sirene brengt dat gevoel, dat ik hem gefaald heb, bij me terug, ook al weet ik dat ik mijn leven voor hem zou hebben gegeven, als dat had gekund. Ook heb ik veel moeite met het kijken naar ziekenhuisseries op televisie. Bij elke patiënt die sterft en waarbij de hartmonitor een vlakke lijn laat zien, ben ik zo weer terug op de Intensive Care, waar Mike’s hart het niet meer kon winnen van de bacterie en zijn hartmonitor uiteindelijk ook een vlakke lijn liet zien. Dat beeld laat me niet los.

Zo zijn er nog veel meer voorbeelden van hoe het trauma van Mike’s overlijden me blijft schaduwen. Probeer je maar eens in te denken wat het met jou als ouder zou doen, als je de kist van je overleden zoon of dochter zou moeten sluiten, terwijl je weet dat je jouw kind nooit meer zal kunnen zien of aanraken. Dat is zo’n traumatische gebeurtenis, die herbeleef je als rouwende ouder nog regelmatig, of je wilt of niet. 

Met het verliezen van Mike is daarnaast ook een groot deel van mijn toekomst verloren gegaan. Mike’s belevenissen, zijn verhalen over zijn vrienden, zijn ambities en successen, de hoop dat hij een lieve partner en eventuele kinderen zou krijgen, dat waren allemaal dingen waar ik voor leefde en waar ik naar uitkeek. Dat was onze toekomst samen en ook dat is allemaal mee gestorven met Mike. Ik kan me nu alleen nog maar een voorstelling maken van hoe onze toekomst eruit zou hebben gezien. En er zullen alleen maar meer vraagtekens bij komen over hoe het zou zijn geweest, met vragen als “Hoe zou hij er nu uit gezien hebben?” of “Zou hij al papa zijn geweest?” 

Dat is ook zoiets, het oma-schap. Ik kan nu al verdrietig worden bij de gedachte dat mijn zussen ooit het bericht zullen krijgen dat ze oma gaan worden. Dan wil ik blij zijn voor hen, maar ik weet nou al dat de gevoelens van jaloezie verstikkend zullen zijn. Ik besef me dat dit veel té voorbarig is, want misschien ben ik er dan zelf niet eens meer, maar dat is dus het nare van mijn leven als rouwende moeder. Ik weet dat ik het verleden niet meer kan veranderen en dat een toekomst niet gegarandeerd is en toch gaan mijn gedachten regelmatig naar de pijnlijke herinneringen én die lege toekomst toe. Hierdoor is leven meer óverleven geworden! 

Lotgenoten van mij hebben wel eens het verwijt gekregen, dat ze “er” te veel mee bezig waren. Met het verlies van hun kind dus, maar het is, zoals ik al beschreef, helemaal geen bewuste keuze dat het je gedachten zo beheerst. Je kunt druk zijn met iets anders en dan kan het verdriet of het gemis je zo ineens overvallen. Hoef je niets voor te doen! 

Doordat ik langzaamaan leer om het verdriet er daarom maar “gewoon” te laten zijn, in plaats van ertegen te vechten, ontstaat er langzamerhand wat ruimte in mijn hoofd om ook weer met andere dingen bezig te kunnen zijn, zoals mijn vrijwilligerswerk. Ik probeer daarin niet te streng voor mezelf te zijn, want het lukt lang niet elke dag even goed. De ene dag wint namelijk het verdriet en ben ik vooral de rouwende moeder die huilt om haar kind. Maar ik weet nu ook dat er dan wel weer een andere dag komt, waarin de wil om er nog wat van te maken sterker is, met Mike in mijn gedachten en met de wens om hem trots te maken. Hij heeft geen kans op een toekomst gehad, dus ik ben het aan hem verplicht om tenminste te proberen die van mij zo zinvol mogelijk in te vullen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *