Column 26 – “Fake it til you make it!”

De Bornse Marianne Webster heeft in maart 2018 haar enig kind, haar 18-jarige zoon Mike, verloren aan de meningokokbacterie. Naar aanleiding van deze heftige gebeurtenis heeft ze haar leven radicaal omgegooid, onder andere door een tijd vrijwilliger te zijn in een hospice. In haar columns vertelt ze wat haar heeft geraakt of welke nieuwe inzichten ze heeft gekregen, na de dood van haar kind.

Heel lang is er gedacht dat een rouwproces uit vijf verschillende fasen bestaat. Nou, die fasen zijn behoorlijk misleidend, als je het mij vraagt. Want stapsgewijs door de fasen “ontkenning, woede, vechten, depressie en aanvaarding” gaan, is niet hoe het in de werkelijkheid verloopt. Althans niet bij mij! De realiteit is meer een grote mengelmoes aan hevige emoties, die langzaamaan wat milder worden, maar ook zomaar ineens weer in alle hevigheid toe kunnen nemen, door bepaalde triggers. Het is een verwarrend proces met veel tegenstrijdige gevoelens, waar vaak geen pijl op te trekken is, want rouwgevoelens hebben elke dag weer een andere inhoud. De ene dag gaat het redelijk goed en de volgende dag zijn er grote erupties van gevoelens. Soms heb ik het gevoel dat ik gek word van verdriet en op andere momenten lijkt het wel alsof mijn tranen op zijn. Ik voel me dan zó leeg dat het lijkt alsof ik niets meer kán voelen. Maar een leeg tranenreservoir betekent helaas niet dat het verdriet voorbij is, want voor ik het weet is de tank weer bijgevuld. 

Een Chinees gezegde luidt: “Het is niet te voorkomen dat vogels van droefheid landen op onze schouders, maar het is wel te voorkomen dat zij zich nestelen in ons haar”. Deze wijsheid vind ik heel symbolisch voor hoe ik met het overlijden van Mike om probeer te gaan. De droefheid over zijn dood blijft aanvoelen als een steen in mijn maag, maar tegelijkertijd probeer ik wel te voorkomen dat de zwaarte ervan mij verplettert. Want ik moet verder! Om niet stil te blijven staan, beweeg ik me sinds Mike’s dood voor mijn gevoel voortdurend tussen twee werelden. Met mijn ene been in een wereld van verdriet en met mijn andere been in een wereld die gewoon verder is gegaan en die zo enorm is veranderd. Het voelt hierdoor soms alsof ik in een spagaat zit, gespleten tussen het neerzitten bij mijn verdriet en het weglopen ervoor. Je kunt het een beetje vergelijken met een stoelendans. Alleen heb ik steeds een stoel over, in plaats van een stoel te weinig. 

Omdat die lege stoel zo aanwezig en confronterend was, wilde ik de eerste tijd na Mike’s dood alleen maar weg! Weg uit ons lege stille huis dat niet meer als thuis voelt. Ik zocht het liefst zoveel mogelijk afleiding, ook al prikten de tranen van gemis dan achter mijn ogen. Het is niet dat Mike mijn tranen niet waard was, want dat is hij zeker, maar ik wilde de pijn zo veel mogelijk vermijden. Hierdoor heb ik me in het begin vaak beter voorgedaan dan dat ik me voelde. Fake it til you make it! Begrijp me niet verkeerd, afleiding zoeken helpt wel degelijk en soms is lachen ook echt het beste medicijn tegen verdriet! Maar je moet wel uitkijken dat je niet vlucht in afleiding en daardoor niet meer toekomt aan de “verwerking” van je verdriet. 

Je focus ergens anders op leggen is, zeker vlak na het overlijden van je kind, een soort overlevingsmechanisme. Het helpt je om de zware eerste periode door te komen. Maar op de langere termijn wordt het juist zwaarder als je dit vermijdingsgedrag blijft vertonen, want het wegdrukken van verdriet kost enorm veel energie. Bij mij resulteerde dit uiteindelijk in allerlei lichamelijke klachten. Mijn lichaam gaf diverse signalen af om me duidelijk te maken dat mijn rouw meer aandacht nodig had. Het was op een gegeven moment zo erg, dat ik ademhalingsproblemen en hartklachten kreeg. Ik heb toen allerlei onderzoeken gehad met de eindconclusie dat de klachten stress-gerelateerd waren. Dat was het moment dat ik ervoor koos om mijn carrière vaarwel te zeggen om mezelf meer tijd te gunnen om te rouwen. Sinds die beslissing zijn de lichamelijke klachten aanzienlijk verminderd. Hierdoor werd me duidelijk dat erkenning geven aan het verdriet een gezondere keuze is dan alsmaar afleiding zoeken en daardoor het verdriet wegstoppen. Sinds die tijd vecht ik er niet meer tegen, maar laat ik het verdriet er maar “gewoon” zijn, wetende dat er ook betere dagen zullen komen. Ik accepteer de tranen en zie ze nu meer als tekens van liefde voor mijn kind!

Een mens kan heel wat hebben, maar op een gegeven moment is de rek eruit. Zie het maar als een elastiekje, waar je aan vastzit. Elastiek is sterk materiaal dat onder hoge druk en spanning toch zijn functie kan uitoefenen. Maar er zit een grens aan hoe vaak of hoe ver een elastiekje kan worden uitgerekt. Soms zijn er bepaalde gebeurtenissen of woorden die je zo raken, dat je denkbeeldige elastiekje zo ineens met venijn teruggeschoten wordt naar het begin. Naar een gebeurtenis of diepe gevoelens waarvan je dacht dat je die achter je gelaten had. Ik zal, door mijn oneindige liefde voor hem, voor altijd met een onzichtbaar elastiekje aan Mike verbonden zijn. Hoe goed ik ook mijn best doe om meer afstand te nemen van de pijn rondom zijn dood, dat elastiekje zal mij bij bepaalde gebeurtenissen of op speciale dagen (zoals nu de feestdagen) steeds weer opnieuw terugbrengen naar het rauwe verdriet. Naar het pijnlijke besef dat “nooit meer” écht voor altijd is. Hierdoor is rouwen een proces voor het leven en niet voor heel even. Maar tegelijkertijd vind ik troost in de gedachte dat Mike daardoor ook voor altijd heel dicht bij mij zal blijven. 

Via deze weg wens ik iedereen zo goed mogelijke kerstdagen, een veilige jaarwisseling en vooral een gezond 2020! En tegen Mike zou ik graag willen zeggen: ”Merry X-mas in heaven, lieverd!”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *